1956 – 13 juni 1956
Bij deze verkiezingen waren er meer zetels te verdelen. De Tweede Kamer bestond nu niet meer uit honderd, maar uit 150 zetels. Het was geen leuke verkiezingsstrijd: de strijd tussen de KVP en de PvdA werd hard gevoerd. Omdat de PvdA Drees had als duidelijke stemmentrekker, wilde de KVP ook een goede stemmentrekker. Ze dachten hem in Romme gevonden te hebben. De verkiezingsaffiches waren een stuk eenvoudiger dan enkele jaren geleden. In deze verkiezingsstrijd stond ook de fundamentele vraag of en in hoeverre de overheid sturing mocht geven aan de economie. De VVD, de CHU en de ARP vonden elkaar in het vrije marktdenken.